HET ONTSTAAN VAN DE ZBB
De geschiedenis van Helen Cadbury
De jonge Helen.
Het feit dat de twaalfjarige Helen Cadbury niet gelukkig was had niet met haar omstandigheden te maken. Haar vader, Richard Cadbury, de oprichter van de cacao- en chocoladefabriek “Cadbury” bij Birmingham in Engeland, was een bijzonder vriendelijk en welwillend man. Ook haar moeder was iemand vol liefde en met veel begrip voor kinderen.
Het zeer oude huis, Moseley Hall, vormde met de nog veel oudere kelders een romantische achtergrond voor verschillende spelletjes van de acht kinderen Cadbury. Het feit dat sommige van deze kelders nog als gevangenis dienst gedaan hadden, gaf er een geheimzinnige bekoring aan. Door de dikke muren hadden de meeste kamers die op elkaar uitkwamen dubbele deuren met heerlijke hoeken om verstoppertje te spelen. Het uitgestrekte landgoed met lanen en bloementuinen bezat veel weiden en bossen. Ook was er een meer, waarlangs biezen groeiden die naar citroen roken. In dit meer lag een eiland met bomen. ’s Zomers kon je er vissen en roeien en ’s winters schaatsenrijden. Richard Cadbury deelde al deze prettige dingen graag met anderen. Zondagsscholen, bijbelgroepen en samenkomsten voor moeders werden aan huis gehouden. Christelijke werkers van verschillende richtingen kwamen veel op Moseley Hall en allen waren steeds welkome gasten. Dagelijks kwam men vóór het ontbijt bij elkaar om de Bijbel te lezen en te bidden.
De bevolking van Birmingham groeide snel uit. Een groot deel ervan moest wonen in buurten met goedkoop gebouwde huizen, die al gauw tot sloppen vervielen en waar maar al te veel kroegen kwamen. In één van deze buurten liet Richard Cadbury een evangelisatiegebouw zetten en naast de samenkomsten en bijbellessen die daar gegeven werden, nodigde hij in het voor- en najaar een evangelist uit om hem te helpen bij het houden van speciale veertiendaagse campagnes. In die tijd bezochten mr. Cadbury en zijn medewerkers ieder huis en steegje en nodigden zij de mensen uit om naar het Evangelie te komen luisteren.
Helens beslissing.
Op een zomeravond in 1889, Helen is nu bijna dertien jaar oud, neemt haar vader haar mee naar zo’n bijzondere samenkomst. Zij vindt het prettig achter in de zaal te zitten bij vrienden van haar ouders. Enkele medewerkers brengen mensen uit de omgeving mee om naar het evangelie en de zang te luisteren. Sommigen zijn dronken en armoedig gekleed. Onder de medewerkers zelf zijn ook mannen die vroeger dronkaards waren. Maar wat een verschil. Nu stralen hun gezichten als ze het lied zingen:
“Vrij van de wet! O vreugdevol leven,
door Jezus’ bloed is alles vergeven……”
Helen kijkt naar hen. Een verlangen komt in haar op. Zij wil deze vreugde ook in háár leven krijgen. Zij voelt zich vaak zo ongelukkig. Ze luistert en luistert naar wat de prediker zegt over de liefde van God voor een verloren wereld; de komst van Zijn Zoon Jezus Christus, die aan het kruis de straf voor de zonde gedragen heeft; daar de mensen weer met God verzoende. Dan komt een vraag van de evangelist, die diep in haar hart doordringt: “Zijn er hier die in Jezus Christus willen geloven en het nieuwe leven met Hem willen beginnen? Laat wie dit wil opstaan als teken van deze beslissing en daarna weer gaan zitten”. Nu weet Helen, dat ook voor haar het ogenblik gekomen is, want zij wil ook Jezus persoonlijk in haar leven binnen laten en dat aan Hem toewijden. Verschillende mensen ziet zij opstaan. Dan staat ook zij op. Iemand van de vrienden van haar ouders naast wie zij zit, merkt dit op. Als de prediker degenen die opgestaan zijn nu ook uitnodigt in een kamer achter het podium te komen, voelt Helen een hand op haar arm, die haar tegenhoudt. “Zou je niet liever wachten en thuis een gesprek met je vader en moeder hebben?” vraagt hij zachtjes. Helen heeft hier zelf ook al aan gedacht. Hoewel het niet gemakkelijk zal zijn om voor ’t gezicht van iedereen naar voren te komen, vindt ze dat het even noodzakelijk voor haar is als voor ieder ander om openlijk te belijden dat zij Christus nodig heeft. In de kleine kamer vindt zij haar vader in gebed met een jonge man. Als hij daarna zijn eigen dochter ziet is hij verrast en komt haar tegemoet. Bij de houten stoelen knielen zij samen neer en Helen vraagt de Heer Jezus ook in haar hart te komen.
Helen krijgt haar levensdoel.
Het ongelukkige gevoel over zichzelf is ‘verdwenen’, zij weet nu dat zij christin is en een kind van God. Van die dag af heeft zij het grote doel voor haar leven gekregen om anderen tot Christus te leiden en uitzicht te geven op het eeuwige leven, dat Hij als een gave aan ieder wil schenken. Helen is nog maar een beginneling in dit werk. Zij ziet dat de plaats waar zij getuigen moet vlakbij ligt – onder de meisjes op haar school. Zij neemt een Bijbel mee die zij in haar lessenaar legt.
Zij wenkt het laatste meisje dat de klas verlaat om bij haar te komen en laat haar de tekst Joh. 3 : 16 lezen. “Een ieder”, zegt zij, “dat betekent iedereen – dus jij ook!” Met een ander gelovig meisje van de school bidt ze voor haar klasgenoten en enkelen mogen zij voor Christus winnen.
Het Zaktestament.
Op de speelplaats, tijdens de pauze, is er meer gelegenheid om met de meisjes te spreken dan in de klas. Maar het wordt moeilijk om steeds de grote Bijbel uit de lessenaar mee te nemen. Zo komt de gedachte op aan een Nieuw Testament in zakformaat, dat zij overal en te allen tijde bij zich kunnen dragen en raadplegen. En dit is het begin geworden van The Pocket Testament League.
In Nederland: de ZakBijbelBond.
En wij?
Eén ding staat vast: God heeft met ieder leven een doel dat bereikt kan worden als wij ons geheel aan Hem overgeven en nederig de vergeving en het nieuwe leven aannemen; dat geeft Hij door Zijn Zoon Jezus Christus.
Heb jij Zijn aanbod al aangenomen? Je kunt dat nu doen. “Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand Mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij…..” (Openbaring 3:20).
Als je het aangenomen hebt, beantwoord je dan ook aan Zijn roep voor jouw leven om anderen te brengen tot de kennis van Christus? Je kunt nu beginnen. Jij kunt de mensen met wie je omgaat, werkt of op school bent, vertellen dat “een ieder” “iedereen” betekent – jij ook, en dat “een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft”. Johannes 3:16.